logo_ck met tekst.png

De Paaskaars

We gaan binnenkort weer Pasen vieren, Jezus is voor ons persoonlijk aan het kruis gestorven en op de derde dag verrezen. Sindsdien hebben dood en zonde niet meer het laatste woord; wie in de Gekruisigde en Verrezen Heer gelooft zal niet verdwijnen in de duisternis maar thuiskomen in het Eeuwige Licht van God. Het symbool bij uitstek daarvan is de Paaskaars.


In de donkere paasnacht, bij de paaswake, zal de priester vuur zegenen en dan zal hij aan dat gezegende vuur de paaskaars ontsteken. De paaskaars symboliseert het Licht van Christus die het kwaad en het duister heeft overwonnen. De priester ontsteekt de Paaskaars met de woorden: “Het licht van Christus’ glorievolle verrijzenis moge uit ons hart en onze geest de duisternis verdrijven”. Met die pas ontstoken Paaskaars zal dan de diaken of de priester het donkere kerkgebouw binnengaan en drie keer “Licht van Christus” zingen. De aanwezige gelovigen ontsteken dan hun kaars met het vuur van de paaskaars als een teken van het Licht van de Verrezen Christus dat ze in hun leven willen laten schijnen. In de Paaswake zullen ze ook met het licht van de Paaskaars in de hand hun doopbeloften vernieuwen als duidelijk teken van hun vernieuwde keuze voor de Verrezen Christus

Op een paaskaars staan altijd dezelfde symbolen. Het jaartal staat er natuurlijk op, zo kunnen we zien in welk jaar met die paaskaars het grootste feest van het geloof is gevierd. Er staat altijd een kruis op. Jezus heeft door Zijn Kruis de wereld verlost, het symbool voor de christenen. Er staan altijd twee letters uit het Griekse alfabet op: de eerste letter, de alfa, en de laatste letter, de omega. Dat verwijst naar een zin uit het Boek van de Openbaring: “Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, de oorsprong en het einde” (Openb. 22,13) Jezus staat aan het begin en aan het einde van ons leven, Hij heeft ons gewild en zal ons ook niet loslaten wanneer ons lichaam het begeeft.


In het kruis worden vijf wierrookkorrels, paasnagels gestoken, die de vijf grote wonden van Jezus Christus symboliseren: de twee wonden door de handen, de twee door de voeten en de wonde van zijn zijde die met een lans werd doorstoken.
Voordat de nieuwe Paaskaars wordt aangestoken aan het gezegende vuur bidt de priester terwijl hij de kaars aanraakt en tekent: “Christus gisteren en heden, Begin en Einde, Alfa en Omega. Hem behoren tijd en eeuwigheid, heerlijkheid en heerschappij door alle eeuwen der eeuwen. Amen.” Bij de vijf wierrookkorrels bidt de priester: “Door zijn heilige glorievolle wonden bescherme en behoede ons Christus de Heer. Amen”.


De hele Paastijd, van Pasen tot Pinksteren, brandt de Paaskaars in alle vieringen als een duidelijk teken van de Verrezen Heer die bij ons is. Daarna wordt de Paaskaars in de doopkapel bij de doopvont geplaatst. Bij de doopsels worden de doopkaarsen aan de Paaskaars ontstoken; de gedoopte mag in het Licht van Christus leven. Bij het Vormsel steken de vormelingen aan de Paaskaars hun vormselkaars aan als duidelijk teken dat ze kiezen voor het Licht van de Verrezen Heer. Bij een uitvaart kan de Paaskaars ook aangestoken worden als een teken van geloof dat de overleden gelovige niet is verdwenen in de duisternis maar in het Licht van Christus. Wie in Hem gelooft zal leven, Eeuwig Leven. Hij wil Zijn Paaslicht aan alle mensen aanbieden.

Afdrukken E-mail

V en H Vastgoed
logo_ck_small.png